Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie kan [82]de wolken met wijsheid tellen, en wie kan de [83]flessen des hemels [84]nederleggen? 82. Dat is, haar bewegingen, krachten, werken en ganse natuur ten volle verklaren. Voor tellen is het Hebreeuwse woord genomen Ps.22:18. Anders, wie kan den hemel als een saffier maken; dat is, geheel klaar en helder. 83. Versta, de wolken, omdat in dezelve, als in flessen, het water bewaard wordt, hetwelk zij door een regen uitgieten, als het den Heere belieft. 84. Dat is, doen ophouden, dat zij geen water meer uitgieten; dat is, wie kan den regen doen ophouden dan God alleen? Het is een gelijkenis, genomen van de vaten, waaruit men enige vochtigheid giet, die men opheft als men daaruit gieten wil, maar nederzet als men ophoudt te gieten. Anders, doen slapen.